Het ESF-programma zal in de toekomst op een andere wijze georganiseerd worden. Er wordt afgestapt van de versplinterde (top-down) subsidieoproepen met beperkte duurtijd. In de toekomst kunnen er bottom-up en onder regie van de lokale besturen en VDAB duurzame partnerschappen afgesloten worden die voor een duurzame periode (6 jaar) subsidies ontvangen. Dit om op regioniveau, middels een holistische wijze, aan de slag gaan met niet-beroepsactieven en de meest kwetsbare groepen met een complexe problematiek. Het doel is een versterkte participatie in de samenleving, inclusief maar niet uitsluitend door werk.
I.h.k.v. de nieuwe ESF-financieringsstructuur zullen vanaf 2024 lokale partnerschappen kunnen intekenen op de Europa WSE (ESF) oproep ‘lokale partnerschappen 2023 (in werking 2024-2029). Voor een periode van 6 jaar zijn de financiële stromen in dit kader is als volgt:
Totaal werkingsgebied voor een periode van 6 jaar | ESF (60%) | VCF (20%) | cofinanciering (20%) | Totaal beschikbaar |
Beringen | 920.417,56 | 306.805,85 | 306.805,85 | 1.534.029,26 |
Halen | 104.227,74 | 34.742,58 | 34.742,58 | 173.712,91 |
Ham | 125.500,79 | 41.833,60 | 41.833,60 | 209.167,98 |
Herk-de-Stad | 138.811,14 | 46.270,38 | 46.270,38 | 231.351,89 |
Heusden-Zolder | 671.952,14 | 223.984,05 | 223.984,05 | 1.119.920,24 |
Leopoldsburg | 332.639,84 | 110.879,95 | 110.879,95 | 554.399,73 |
Lummen | 160.246,39 | 53.415,46 | 53.415,46 | 267.077,32 |
Tessenderlo | 226.506,51 | 75.502,17 | 75.502,17 | 377.510,85 |
Totaal 6 jaar (2024-2029) | € 2.680.302,11 | € 893.434,04 | € 893.434,04 | € 4.467.170,18 |
*Cofinanciering = 20% van het totaal budget (kolom 5), waarvan 10% door VDAB en 10% door de lokale besturen
Om de regio hierin te ondersteunen is het ondersteuningsteam ‘ESF Capacity Building’ opgericht, met dossierbeheerders vanuit VVSG en VDAB voor Limburg. Binnen het partnerschap zijn de lokale besturen en VDAB kernpartners. Het ondersteuningsteam heeft een stappenplan uitgewerkt om de aanloop naar de deelname aan de Europa WSE (ESF) oproep ‘lokale partnerschappen te faciliteren. Deze voorbereidende stappen houden geen engagement in tot effectieve deelname aan de Europa WSE (ESF)projectoproep “lokale partnerschappen”. De deadlines zijn heel strikt en zijn vaak laat gekend. Als regisseur sociale economie en werk worden wij geïnformeerd en proberen wij dan snel te schakelen.
De eerste stap betrof het afsluiten van de intentieverklaring rond de regio waarin het partnerschap actief zal zijn. Ieder lokaal bestuur binnen West-Limburg heeft deze afgeleverd (zie bijlagen). De tweede stap betrof het identificeren van de lokale noden binnen het werkingsgebied West-Limburg. Deze stap resulteerde in een ‘lokaal addendum West-Limburg’ waarin regio-uitdagingen werden geformuleerd voor de niet-beroepsactieven en de meest kwetsbare groepen met een complexe problematiek binnen het werkingsgebied (zie bijlage Addendum).
Heden richten we ons op de derde en vierde stap. De derde en vierde stap betreffen het bepalen welke andere lokale actoren mee worden opgenomen in het lokale partnerschap, vertrekkend vanuit de lokale context en de noden van de doelgroep.
In de derde stap zal er een matching plaatsvinden van de expertise van andere organisaties op de lokale noden. Meer bepaald, door deelname aan de Europa WSE Call for interest “lokale partnerschappen” kunnen organisaties zich kandidaat stellen om binnen onze lokale partnerschapswerking de sociale inclusie van personen met een complexe problematiek te bevorderen, met als ultiem doel een duurzame deelname aan de arbeidsmarkt.
Na de kandidaatstelling zal een jury bepalen of de deelnemende organisaties ‘fit for partner’ zijn. Een jury zal bepalen of de organisaties geschikt zijn om in een volgende fase (stap 4) eventueel geselecteerd te worden om deel uit te maken van het “lokaal partnerschap West-Limburg".
De jury bestaat uit minstens 1 persoon van VDAB, minstens 1 persoon van de lokale besturen en 1 onafhankelijk jurylid (zowel VDAB als de lokale besturen als het onafhankelijk jurylid hebben ieder 1 stem). Deze jury zal een eindverslag afleveren van het matchingsproces. De stad Beringen zal, als beherende gemeente voor de subsidie regie sociale economie en werk, het juryverslag officieel laten goedkeuren door het college van burgemeester en schepenen. De stad Beringen zal het matchingsproces voeren conform de Call for intrest:
- fungeren als aanspreekpunt en verzorgen van de communicatie naar de kandidaat-partners doorheen heel het matchingsproces zoals vermeld in de Call for intrest;
- bekrachtiging van de gekozen kandidaat partners na het matchingsproces, via een beslissing van het college van burgemeester en schepenen;
- de organisatie van de weerwoord procedure, waarbij er een afzonderlijke jury wordt samengesteld.
Nadat de volledige matchingsprocedure is doorlopen, zal de vierde stap - finale voorbereidende stap tot effectieve deelname aan de Europa WSE (ESF)projectoproep “lokale partnerschappen” plaatsvinden. Hierbij gaan de deelnemende besturen er mee akkoord om met de geselecteerde partners en VDAB de verdere vorming van het partnerschap op te starten.
Als bijlagen zijn onderstaande documenten toegevoegd:
- Intentieverklaringen 8 lokale besturen (intentieverklaring regie sociale economie en werk - één actiepunt hieronder is deelname aan Lokale Partnerschappen)
- Lokaal addendum West-Limburg
- De Call for Interest "lokale partnerschappen"
- De samenwerkingsovereenkomst over het matchingsproces in het kader van de Europa WSE oproep “lokale partnerschappen”.
Gelet op het decreet lokaal bestuur art. 56; en 84
Intentieverklaring voor de opstart van een samenwerkingsverband regie sociale economie & werk West-Limburg
De oproep “Lokale partnerschappen” binnen het ESF-programma 2021-2027 (Europa WSE)
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst over het matchingsproces in kader van de Europa WSE oproep “lokale partnerschappen”, in voorbereiding van het Lokaal Partnerschap West-Limburg (Beringen, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Ham, Tessenderlo, Lummen, Halen en Herk-de-Stad). Dit in het kader van het Europa WSE-project ‘Lokale partnerschappen’.